Deze bernadette is een ‘remake‘ van Sophie’s bernadette die ik vorige herfst ontwierp, maar in deze periode van lichtjes en glans… met een gouden randje 🙂 . Ik gebruikte een ander garen en had een licht afwijkend proeflapje, dus moest ik het vest herberekenen. En omdat net dit zowat de meest gestelde vraag op mijn blog is, vind je een kleine handleiding (bij Tips) voor het aanpassen van mijn patronen aan jouw garen.
one size – de afmetingen vind je hier
NODIG
- 5 bollen Cloud in de kleur ecru/natuur (Veritas)
- 1 bol Luxor in goudkleur (Veritas) met 4 draden samengebreid
- breinaalden nr. 8 en 11 (verkrijgbaar in speciaalzaken zoals De Handwerkwinkel) en een haaknaald nr. 8
- stekenmarkeerders (of paperclips of draadjes in andere kleur) en stopnaald
AAN DE SLAG
Proeflapje
- 9 steken x 12 rijen met naalden nr. 11 in Cloud = 10 x 10 cm
Rugpand
- Rol 4 kleine bolletjes van je Luxor bol (‘k weet het – ook niet mijn favoriete bezigheid 😉 ). Zet met 4 draden Luxor 56 steken op met naalden nr. 8 en brei 2 rijen boordsteek (2 st. rechts, 2 st. averechts).
- Schakel over op 1 draad Cloud en brei nog 4 extra rijen boordsteek met naalden nr. 8.
- Brei vanaf nu met naalden nr. 11 36 naalden jersey (de boord tel je dus nooit mee wanneer je de rijen telt!).
- Rij 37 en 39 : minder aan beide zijden 2 x 2 steken (voor de mouwinzet – telkens de derde en de vierde steek en de vijfde en de zesde steek samen nemen – zie tips). Je hebt nu 48 steken over.
- Brei jersey tot en met rij 64.
- Rij 65 : kant 7 steken af – brei 11 steken rechts – kant 12 steken af – brei 18 steken rechts
- Rij 66 : kant 7 steken af – brei 11 steken averechts. De overige 11 steken laat je op je naald staan.
- Rij 67 : brei de 11 steken die nu op je andere naald staan rechts.
- Rij 68 : kant de eerste 11 steken af. Zet de draad opnieuw aan en brei de steken 1 rij averechts en 1 rij rechts. Kant ze vervolgens allemaal af.
- Zet 32 steken op met naalden nr. 8 en brei 2 rijen boordsteek (2 st. rechts, 2 st. averechts) met 4 draden Luxor en brei nog 4 rijen boordstreek met 1 draad Cloud met naalden nr. 8.
- Brei vanaf nu met naalden nr. 11 in jersey met minderingen aan de rechter zijde voor de mouwinzet en aan de linker zijde voor de halsafschuining. Niet panikeren :), ik zet er telkens wel bij aan welke kant wat moet gebeuren. Voor de minderingen aan de halskant kan je best stekenmarkeerders gebruiken (of een paperclipje of een draadje in een andere kleur), zodat je makkelijker kan natellen.
- Rijen 11 – 21 – 31 : aan de linker zijde 3 x 1 steek minderen voor de hals (telkens de tweede en de derde steek samen nemen).
- Rijen 37 – 39 : minder aan de rechter zijde 2 x 2 steken voor de mouwinzet (zoals bij het achterpand).
- Rijen 41 – 51 : aan de linker zijde 2 x 1 steek minderen voor de hals.
- Rij 65 : 5 steken afkanten – 18 steken rechts
- Rij 66 :7 steken afkanten – 11 steken averechts
- Rij 67 : rechts
- Rij 68 : alle 11 steken afkanten
Linker voorpand
- Zet 32 steken op met naalden nr. 8 en brei 2 rijen boordsteek (2 st. rechts, 2 st. averechts) met 4 draden Luxor en brei nog 4 rijen boordstreek met 1 draad Cloud met naalden nr. 8.
- Brei vanaf nu met naalden nr. 11 in jersey met minderingen aan de linker zijde voor de mouwinzet en aan de rechter zijde voor de halsafschuining.
- Rijen 11 – 21 – 31 : aan de rechter zijde 3 x 1 steek minderen voor de hals (telkens de tweede en de derde steek samen nemen).
- Rijen 37 – 39 : minder aan de linker zijde 2 x 2 steken voor de mouwinzet (zoals bij het achterpand).
- rij 41 – 51 : aan de rechter zijde 2 x 1 steek minderen voor de hals.
- rij 65 : 7 steken afkanten – 18 steken rechts
- rij 66 : 5 steken afkanten – 11 steken averechts
- Rij 67 : rechts
- Rij 68 : alle 11 steken afkanten
Mouwen
- Zet 28 steken op met naalden nr. 8 en brei 2 rijen boordsteek (2 st. rechts, 2 st. averechts) met 4 draden Luxor en brei nog 4 rijen boordstreek met 1 draad Cloud met naalden nr. 8.
- Brei vanaf nu met naalden nr. 11 in jersey. Meerder aan beide zijden 1 steek in rijen 11 en 21 met een gedraaide meerderen. (zie tips)
- Vanaf rij 33 8×1 steek minderen aan elke zijde van de mouw (telkens in de derde steek – zie tips).
- Rij 49 : kant de resterende 16 steken losjes af.
- Naai de schoudernaden in elkaar (alle naden in matrassteek!) tot aan de steken die de kraagopening van het voorpand vormen. Van zodra je de vest draagt, zullen de afgeschuinde voorpanden uit zichzelf omkrullen zoals bij de gewone Bernadette, maar het zwaartepunt ligt met deze kraag en mouwinzet meer vooraan, zodat de vest niet van je schouders zal glijden.
- Naai de mouwen in de mouwsgaten. De schuine zijde van de mouw kan iets verder komen dan de eerste mindering in de voor- en achterpanden!
- Naai voor- en achterpand en mouwen aan elkaar.
- Werk de ronding van de hals af door met 4 draden Luxor een halve vaste in elke steek te haken met haaknaald nr. 8.
- Stop alle draadjes in.
TIPS
- Hoe een patroon aanpassen aan mijn garen?
- Je basis is de regel van 3 : bvb. mijn proeflapje is 9 steken x 12 rijen en het jouwe is 11 steken op 16 rijen. Dan reken je het aantal steken om voor bvb. het aantal steken van het achterpand : 56 steken wordt dan (56/9)x11 = 68 steken die jij met jouw garen moet gaan opzetten. Ook het aantal rijen moet je dan op die manier herberekenen : minderen voor de mouwinzet in rij 37 wordt dus (37/12)x16 = rij 49 met jouw garen. Er bestaat ook een soort ‘latje’ van Prym om je steken om te rekenen.
- Hoe zit het dan met meerderen en minderen? Hier ga je wat ‘gezond verstand’ moeten inzetten 😉 . In het voorbeeld verschilt je proeflapje 2 steken per 10 cm, dus je breit per rij 12 steken meer. Dat wil zeggen dat 1 mindering voor ‘minder’ steken telt qua centimeters. Dan kan je dus best nog een mindering meer voorzien voor de mouwinzet, bvb. 2×2 en 1×1 mindering. Voor de minderingen aan de mouwen ga je best ook een extra meerdering doen (1×1 st extra aan elke kant) en de (8×1 steek aan elke zijde) mindering herberekenen : (16/9)x11 = 20 steken minderen = 10×1 steek minderen aan elke zijde met jouw garen. Het makkelijkste vind ik persoonlijk om een tekening te maken van het stuk dat je gaat breien. Je schrijft er eerst de aantallen steken, rijen, meerderingen en minderingen bij op de plaatsen waar ze in mijn patroon staan en dan ga je herbereken met de regel van 3. Zo zal je de beste benadering van het bestaande patroon krijgen.
- Welke garens wel, welke niet? Een bernadette heeft een dikker en ‘fluffy’ garen nodig om zijn vorm te behouden. Ideaal voor dit type van vest zijn garens als mohair en alpaca omdat ze erg licht zijn qua gewicht. Gebruik je gewone wol of katoen dan gaat je vest zwaar zijn en uitzakken door zijn eigen gewicht, wat natuurlijk zonde is van je noeste arbeid! Bedenkt dus bij elk patroon wat de beste wolkeuze is.
- Meerderen? Dit kan je bijna onzichtbaar doen via het ophalen en draaien van een tussendraad. Doe dit aan de goede kant van het werk door telkens het draadje tussen de tweede en de derde steek op je rechter naald te zetten en gedraaid op je linker naald over te nemen en vervolgens als een steek te breien.
- Minderen? Doe dit ook aan de goede kant van het werk.
- aan de rechter zijde neem je steek 3 over op je naald zonder te breien. Steek 4 brei je wel en dan haal je steek 3 over steek 4.
- aan de linker zijde brei je tot de laatste 4 steken. Daarvan brei je de twee eerste samen als 1 steek rechts en de 2 volgende gewoon rechts.
- Bernadette heeft een badje nodig? Kwartiertje weken in een lauw sopje met Eucalan (niet uitspoelen). Voorzichtig uitknijpen en uitspreiden op een handdoek. Handdoek oprollen en het meeste vocht uit de vest drukken. Vest in model brengen en vlak drogen op een droogrek (best met een handdoek onder het breiwerk zodat er geen ‘ribbeltjes’ in je vest drukken).
- Vragen? bea@koekjesenboekjes.be.
Veel succes!